Michel Maus: 'Bij een administratief belastinggeschil haalt de belastingplichtige in de helft van de gevallen geheel of gedeeltelijk zijn slag thuis.' © ID

Niet akkoord met de fiscus? ‘Klagen over uw belastingaanslag loont’

De fiscus is niet bijzonder geliefd en belastingplichtigen zijn het lang niet altijd niet eens met de belastingaanslag. Dan bestaat de mogelijkheid om dat aan te vechten, maar hoe groot is dan de kans op succes? ‘Het loont om bezwaar aan te tekenen’, concludeert fiscaal expert Michel Maus. 

‘De Belg en zijn belastingen, een  mooi huwelijk is het nooit geweest en zal het allicht ook nooit worden’, zegt Michel Maus, professor fiscaal recht aan de VUB. Hij is ook voorzitter van de actiegroep Fiscaal Ideaal, dat streeft naar ‘een eenvoudigere en begrijpbare wetgeving, een fiscaal stelsel dat niet discrimineert, meer rechtszekerheid inzake fiscaliteit en een betere relatie tussen burger en fiscus. Want belastingen zijn belangrijk’, vervolgt Maus. ‘Het feit dat we in een verzorgingsstaat leven, kunnen genieten van allerlei collectieve voorzieningen, is dankzij die belastingen. Maar met een globale gemiddelde belastingdruk van rond 47 procent horen we bij de top van de landen met de hoogste belastingdruk. Daarnaast wordt vaak de vraag gesteld of de overheid wel efficiënt omspringt met dat belastinggeld. Krijgen we waar voor ons geld? Dat alles maakt dat de fiscus met zijn aanslagbiljet bij ons niet zo geliefd is.’

Een andere bekende klacht is dat de fiscaliteit bij ons een koterij is, met vele uitzonderingen en complexe berekeningen. Maus: ‘Er zijn niet alleen vragen over het billijke en efficiënte karakter van onze belastingen, maar ook over de transparantie.’ Als de belastingplichtige het niet eens is met zijn aanslag, kan hij een poging ondernemen om die aanslag te laten vernietigen en te laten corrigeren. ‘Eerst moet je daarvoor bij de fiscale administratie zelf aankloppen’, zegt Maus. ‘Als je het niet eens bent met de uitkomst van de geschillenprocedure bij de fiscus, kan je je wenden naar de rechtbank.’ Wat is je daarbij je kans op succes? 

  1. Minder dan 1 procent van belastingaanslagen leidt tot administratief geschil

Het is een eerste opmerkelijke vaststelling: slechts zelden is de belastingplichtige het niet eens met de uitkomst van het aanslagbiljet van de fiscus. Slechts in 1 procent van de taxaties wordt een administratief geschil opgestart. Concreet: er zijn 7.149.721 mensen voor de personenbelasting en 470.817 belastingplichtigen die aan de vennootschapsbelasting moeten voldoen. Daarmee hebben we de twee belangrijkste categorieën gehad.  Samen zijn dat dus pakweg 7,5 miljoen belastingaanslagen en er werden vorig jaar 67.851 gevallen administratieve geschillenprocedures opgestart. Het aantal administratieve geschillen draait al jaren rond de 70.000 per jaar.

De bovenstaande cijfers (en alle andere met betrekking tot geschillen) zijn geverifieerd. Zij werden gegeven in antwoord op het verzoek van Professor Maus in het kader van zijn studie. Maar in werkelijkheid komen ze van OpenData. Ze zijn correct maar er zijn een aantal nuanceringen nodig voor wat betreft de interpretatie.

Maus: ‘Dat is weinig, maar dat heeft ook te maken met het aantal controles dat de fiscus doorvoert. Want meestal ontstaat een geschil met de fiscus pas na een controle. As je gewoon wordt getaxeerd op basis van je aangifte, is er over het algemeen geen reden om een bezwaarschrift in te dienen. Het is pas als de fiscus uw aangifte heeft gecontroleerd en problemen maakt, dat er een geschil ontstaat.’

  1. Kans van één keer in de 150 jaar op fiscale controle in de personenbelasting

Dat leidt tot de volgende vraag: hoeveel fiscale controles worden er jaarlijks uitgevoerd? Het aantal controles in de personenbelasting ligt verhoudingsgewijs veel lager dan in de vennootschapsbelasting. Vorig jaar werden er in de personenbelasting 46.576 controles uitgevoerd, de jaren daarvoor schommelde dat steeds rond 52.000. Vraag aan Adyns: waarom in 2020 minder? 

De daling van het aantal controles in 2020 is te verklaren door de maatregelen die zijn genomen ter bestrijding van de Covid 19-epidemie. Veel belastingadviseurs, maar ook bedrijven, particulieren en ambtenaren, moesten van de ene dag op de andere overschakelen op permanent telewerken, wat het contact lange tijd zeer bemoeilijkte. Bovendien was het agenten van de FOD Financiën gedurende verschillende maanden verboden contact te hebben met belastingplichtigen. Gedurende deze periode konden de agenten de controles nog wel voorbereiden, maar deze konden niet worden voltooid en de afsluiting van de controlebezoeken moest worden uitgesteld. Op een bepaald moment was het opnieuw mogelijk deze activiteiten te hervatten, maar het contact met de belastingbetaler moest via onlinetoepassingen verlopen. Deze nieuwe werkmethode vergde een aanpassingstijd voor zowel het personeel als de belastingplichtigen en resulteerde in een langere tijd om een controleopdracht af te ronden. De tijdens de maanden van lock down opgelopen achterstand kon niet volledig worden weggewerkt. Dit alles had uiteraard een negatief effect op het aantal in 2020 verrichte controles. In 2021 zien we wel een inhaalbeweging.

Aangezien er zo’n zeven miljoen mensen een personenbelasting moeten betalen, betekent dit dat ze één keer om de 150 jaar aan een controle worden onderworpen. 

Deze verhouding van 1:150 (één controle in 150 jaar) komt niet overeen met de werkelijkheid. De verificatie van de juistheid van de aangiften gebeurt niet alleen door middel van controles. Een groot deel van de nazichten wordt uitgevoerd in het kader van beheersactiviteiten, met name via filters of automatische valideringsregels die aangiften van belastingplichtigen met anomalieën blokkeren. Cfr cijfers verificaties in beheer en controle

‘Statistisch is dat zo’, zegt Maus, ‘maar een zeer grote categorie van de belastingplichtigen moet eigenlijk niet gecontroleerd worden. Denk maar aan studenten en hoogbejaarde gepensioneerden. De fiscus focust zich op risicogroepen op basis van data. De controles zijn dus vrij gericht.’  Commentaar Adyns: Onze eigenlijke controleactiviteiten gebeuren voor het grootste gedeelte gericht via een centrale selectie op basis van een geautomatiseerde risicoanalyse. Naast onze controleactiviteiten voeren we ook nog beheersactiviteiten uit die vaak betrekking hebben op meer gestandaardiseerde nazichten van fiscale aangiften wat ook aanleiding geeft tot rechtzettingen. 

Die controles in de personenbelasting leverden vorig jaar 592 miljoen euro extra belastinginkomsten op, een pak meer dan de jaren daarvoor. Zo werd in 2017 ‘maar’ 376 miljoen extra opgehaald. Per dossier werd dus vorig jaar veel meer extra geïnd: 21.000 euro in 2020 tegen 10.000 euro drie jaar eerder. Verklaring Adyns?

Het bedrag van de inkomstenverhogingen per gewijzigde aangifte is in 2020 inderdaad gestegen, zowel voor controles als voor beheersactiviteiten. Voor beheer kan dit worden verklaard door de ontwikkeling, sinds 2019, van steeds complexere en meer gesofisticeerde filters. Voor de controle is de verklaring een voortdurende verbetering van de selectiecriteria van te controleren dossiers en een voortdurende intensivering van de kruising met andere gegevens, bijvoorbeeld de exploitatie van de gegevens die we bekomen via internationale gegevensuitwisseling.

Ik vestig er de aandacht op dat de inzake inkomstenbelastingen gepubliceerde cijfers inkomstenverhogingen zijn en geen belastingsupplementen (of belastinginkomsten!)

Bij de vennootschapsbelasting is het verhaal anders. Daar werden vorig jaar 37.157 controles doorgevoerd, in 2017 waren er dat nog 56.000. 

De verklaring voor de daling van het aantal VenB-controles in 2020 is dezelfde als voor de daling van het aantal PB-controles, namelijk de maatregelen die zijn genomen in het kader van de Covid 19-pandemie. Dat wil zeggen, het verbod op contact met belastingplichtigen en de onmogelijkheid om controleopdrachten af te sluiten, gevolgd door de invoering van controles via onlinetoepassingen die meer tijd en aanpassing vergden, met als gevolg dat er in 2020 minder controles werden verricht.

Verklaring daling Adyns? In de vennootschapsbelasting werd vorig jaar zo’n 8 procent van de aangiften gecontroleerd, met andere woorden één keer om de 12 jaar is de statistische kans om als vennootschap door de fiscus gecontroleerd te worden.

De verhouding 1:12 (1 controle in 12 jaar) komt ook niet overeen met de werkelijkheid. Enerzijds wordt de juistheid van de aangiften immers niet alleen geverifieerd door middel van controles. Een deel van de nazichten wordt ook uitgevoerd in het kader van beheersactiviteiten. Dit aspect mag niet worden onderschat. Anderzijds gebeuren onze controleactiviteiten op basis van risicoanalyse waardoor onze middelen worden ingezet om die aangiften na te kijken waarbij het risico op eventuele fouten groot is.

‘Dat is natuurlijk relatief weinig’, vindt Maus, ‘en daar zou het beleid verandering in kunnen brengen.’ Vandaag gebeurt de fiscale controle achteraf, Maus is voorstander van ‘horizontaal toezicht’, waarbij de onderneming een soort van permanente transparantie verleent aan de fiscus en de boekhouder of accountant samenwerkt met de fiscus. ‘Dat komt maar niet van de grond’, zegt Maus, ’nochtans zou het kunnen bijdragen aan het herstel van het wederzijds vertrouwen tussen de fiscus en de ondernemers en het aantal conflicten en geschillen kunnen doen afnemen.’ Commentaar Adyns?

Voor zeer grote ondernemingen loopt er momenteel een pilootproject voor horizontaal toezicht, het Corporate Tax Compliance Programme. Daarin is het inderdaad de bedoeling om in wederzijds vertrouwen en transparantie te werken in de actuele situatie en niet meer louter na indiening van de aangifte controles uit te voeren op het verleden. Dat vergroot de rechtszekerheid voor de belastingplichtigen en geeft de FOD Financiën een beter inzicht in de situatie van de onderneming en maakt het makkelijker om de fiscale risico’s te beheersen. Ook voor KMO’s onderzoeken we de mogelijkheden om meer in te zetten op horizontaal toezicht.

De extra opbrengst uit de controles vennootschapsbelasting bedroeg vorig jaar bijna 3,5 miljard, tegen 4,7 miljard in 2017. 

Ik vestig er de aandacht op dat de inzake inkomstenbelastingen gepubliceerde cijfers inkomstenverhogingen zijn en geen belastingsupplementen (of belastinginkomsten!)

De daling van het globale controlerendement in 2020 is toe te schrijven aan het lagere aantal controles dat in 2020 wordt afgesloten, als gevolg van de maatregelen die zijn genomen in het kader van de bestrijding van Covid 19 (uitstel van de afsluiting van controlebezoeken, uitstel van de start van bepaalde acties met een hoog rendement die niet via controles via de onlinetoepassingen kunnen worden gerealiseerd). Er zij echter op gewezen dat het totale rendement van de activiteiten in de VenB (controle + beheer) in 2020 hoger ligt dan in 2019 en 2018.

Verklaring Adyns? Gemiddeld werd per dossier wel meer opgehaald bij de vennootschappen: 171.000 euro in 2020 tegen 145.000 euro drie jaar eerder.

Deze cijfers hebben alleen betrekking op het controleluik. Het rendement van de controles per gewijzigde aangifte in de VenB is in 2020 inderdaad toegenomen. De verklaring daarvoor is zoals voor de personenbelasting, een voortdurende verbetering van de selectiecriteria van te verifiëren dossiers, zowel in controle als in beheer. Ook voor beheersactiviteiten is het rendement toegenomen. Dat is te danken aan verbeterde selectiecriteria, het opzetten van nieuwe acties en een nieuwe gecentraliseerde aanpak van de behandeling van niet-indieners.

  1. Bijna de helft administratieve fiscale geschillen worden  geheel of gedeeltelijk aanvaard

Aangezien de fiscale geschillen vaak ontstaan na een belastingcontrole is het interessant om beide in verhouding tot elkaar te zien. Er werden in de personenbelasting vorig jaar afgerond 46.500 controles doorgevoerd en er waren 41.722 administratieve geschillen. In de vennootschapsbelasting waren er pakweg 37.000 controles en 5570 administratieve geschillen. In de personenbelasting is de verhouding tussen het aantal controles en het aantal geschillen bijna één op één, in de vennootschapsbelasting één op zes. Maus: ‘Dat is verassend maar we moeten wel wat opletten met de cijfers. Eén enkel geschil kan verschillende jaren duren en dat geschil leidt dan elk jaar opnieuw tot een nieuw bezwaar. Maar er is toch wel een vaststelling merkbaar dat veel controles tot een geschil leiden.’

Klopt dit  Adyns : ‘veel controles leiden tot geschil?’ 

Deze conclusie is niet juist. Niet alle ingediende bezwaren hebben uitsluitend betrekking op controles. Wijzigingen die in het kader van het beheer worden aangebracht, kunnen ook tot bezwaren leiden. Het aantal bezwaren moet worden gerelateerd aan het totale aantal gewijzigde aangiften (controle + beheer).

In hoeveel van de gevallen boekt de belastingplichtige succes na het opstarten van een administratief geschil? In de personenbelasting kreeg de belastingplichtige in 38 procent van de gevallen over heel de lijn gelijk en in 9 procent van de gevallen werd de klacht gedeeltelijk aanvaard. In de vennootschapsbelasting was dat respectievelijk 27 procent en 22 procent. Dat is heel wat minder dan de een paar jaar gleden toen doorgaans bijna 50 procent van de gevallen de belastingplichtige volledig en in 10 procent gedeeltelijk gelijk kreeg. Verklaring Adyns? Regionaal waren er geen belangrijke verschillen. 

De gegeven percentages zijn correct, maar moeten worden genuanceerd. Wanneer een belastingplichtige de zaak (geheel of gedeeltelijk) wint, is dat soms omdat diezelfde belastingplichtige tijdens de onderzoeksfase van het geschil nieuwe elementen heeft aangedragen. De oorspronkelijke belastingaanslag was derhalve niet onjuist, maar gebaseerd op de informatie waarover de administratie op dat moment beschikte. Wanneer de belastingplichtige ten slotte gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, kan het gedeelte waarin hij gelijk krijgt soms betrekking hebben op een zeer klein gedeelte van de oorspronkelijke belastingheffing (bijvoorbeeld de toepassing van een administratieve geldboete of het bedrag daarvan).

Maus: ‘Dat wil dus zeggen dat de belastingplichtige in de helft van de gevallen geheel of gedeeltelijk zijn slag thuis haalt bij een administratief belastinggeschil. Het loont dus om bezwaar aan te tekenen. Meteen kan je je ook vragen stellen over de kwaliteit van de taxatie na een fiscale controle, want blijkbaar wordt er daarna toch een groot deel geheel of gedeeltelijk herzien.’

  1. Eén kans op de acht dat je bij gerechtelijke fiscale geschil  (gedeeltelijk) gelijk krijgt

Ben je het niet eens met de uitkomst van een administratief geschil dan kan je naar de rechtbank stappen. Vorig jaar vielen er 2352 gerechtelijke beslissingen over federale belastingen. Soms zijn er tijdens de gerechtelijke procedure nog onderhandelingen tussen de fiscus en de belastingplichtige en komt er alsnog een akkoord uit de bus die de rechter alleen nog moet bekrachtigen. Dat zijn dan de beslissingen met akkoord, in dat was vorig jaar zo voor 330 dossiers, dus in 14 procent van de gevallen.

Als de belastingplichtige en de fiscus niet tot een akkoord komen, is het aan de rechter. Vorig jaar was zijn oordeel in 28 procent van de gevallen gunstig voor de Belgische staat, slechts in 6 procent van de gevallen haalde de belastingplichtige volledig zijn slag thuis, in 6 procent van de gevallen gaf de rechter beide partijen gedeeltelijk gelijk. Er zijn daarbij geen opmerkelijke verschillen tussen de gerechtshoven. Maus: ‘De kans dat je als belastingplichtige bij de rechter iets binnenhaalt is dus 12 procent en dat is niet bijster veel. De fiscale advocaten zullen het niet graag horen.’

‘Je kan anderzijds ook zeggen dat het administratief geschil zijn waarde bewijst’, onderstreept Maus,  ‘ze hebben een belangrijke filterfunctie. Daar wordt heel veel rechtgezet en daarna kan je ervan uitgaan dat de FOD Financiën zijn werk heeft gedaan, want in 90 procent van de gevallen is de belastingaanslag volgens de rechtbank dan oké.’

Het kan zijn dat de belastingadministratie onderweg stoot op een strafrechtelijke overtreding, maar het gaat daarbij slechts telkens over een paar dossiers. Vorig jaar werden er welgeteld twee klachten door de administratie ingediend bij het parket. De BBI, de Bijzondere Belastinginspectie belast met de gestructureerde strijd tegen de fraude, bekeek vorig jaar 2400 dossiers en verwees er daarvan 338 klachten naar het parket. Maus: ‘Dat is dus vrij beperkt, en dat betekent dat het gros van de fiscale fraudedossiers de strafrechter nooit bereiken en administratief geregeld worden.’

Een deel van de dossiers die wel naar het parket worden doorgestuurd, kunnen dan ook nog afgehandeld worden met een minnelijke schikking. Adyns: hoeveel minlijke schikkingen in 2020? 

Minnelijke schikkingen worden getroffen door de gerechtelijke diensten.

Maus: ‘De vraag stelt zich dan of fiscale fraude wel nog expliciet strafbaar moet worden gesteld en of we de bestraffing van fiscale fraude niet beter puur aan de administratie overlaten. Dat is nu in de praktijk toch bijna altijd het geval.’ Slotcommentaar Adyns?

Het is een keuze geweest van de wetgever om zowel te voorzien in administratieve als strafrechtelijke sancties. Het komt bijgevolg niet aan de fiscale administratie toe om zich over deze opportuniteitskeuze uit te spreken.

Lees meer in Knack